Beestjes

Dag allemaal!

Jullie kennen mij natuurlijk als een echte dierenvriend. Ook in Bali zijn er dieren, maar vooral heel veel beestjes.

Het begint allemaal heel idyllisch: zo is er de witte puppy in Denpasar die altijd vrolijk op mij afgehuppeld komt en ik heb vriendschap gesloten met het kleine katje dat telkens langs rent in de Puri. Ik ben er zeker van dat het wederzijds is. Ik heb hem Maus gedoopt, en af en toe geef ik hem etensrestjes. Dit heeft geresulteerd in een inmiddels enorme brutale Maus, die om het hoekje van mijn kamer komt kijken of de tafel opspringt als ik wegloop van mijn bord. Geen zorgen, dat wordt natuurlijk niet getolereerd.
Nog een interessant detail aan het verhaal is dat ik heb ontdekt dat er niet één Maus is, maar het er twee zijn. Eén is de brutale, de andere is kleiner en rent constant weg voor zowel de andere Maus als mij. Mijn vriendschap is dus iets minder exclusief dan ik dacht.  (ja, ik heb het nog eens gelezen, maar die grammaticale ‘als-mij’ constructie klopt)

Mijn dierenavonturen nemen echter een nog veel grimmigere wending.

Laatst wilde ik nog wat afwassen en liep ik de keuken binnen. Hagedisjes rennen hier voortdurend rond, dus daar kijk ik niet van op. Maar toen ik vorige week de keukendeur opendeed en het licht aan, schoot er echt een monster achter het fornuis. Nou ja, monster: groter dan ik tot nu toe had gezien en ook groter dan schattig is. Ik vermande me, en ontdekte dat dit de beroemde gekko’s zijn: ze maken een gek geluid en zitten overal achter kasten en op de muur. Ze zijn denk ik ongeveer 30 centimeter lang. Ze zijn niet gevaarlijk en heel schuw, maar kunnen wel naar je ‘zitten te loeren’. Een paar dagen geleden lag ik in mijn bed toen ik twee ogen op me gericht voelde. Juist ja, de gekko’s hadden ook mijn kamer bereikt. Met dank aan de klamboe heb ik nog wel geslapen, maar met het licht aan, zodat Mr. Gecko fijn achter de kast bleef. Fun fact: in de negentiende eeuw zou de opiumrook zou intens zijn in de koninklijke paleizen op Bali, dat de gekko’s stoned van muur vielen.

Alle schrik was echter nog niets vergeleken bij De Spin.
Vlak voor ik hierheen ging, riep iemand nog uit: ‘maar Ben, hoe kun jij naar Indonesië gaan als je zo bang bent voor spinnen?’ Dat, lieve lezer, vroeg ik me eigenlijk ook af. Mijn angst voor spinnen staat absoluut hoog in de top vijf van angsten die ik voor deze reis had. Er is een reden dat ik onder een klamboe slaap, en dat is niet omdat er malaria op Bali voorkomt. Enfin, de eerste paar weken heeft dit land me enorm positief verrast op dit gebied. Slechts twee kleine exemplaren die zelfs ik nog aankon, heb ik hoeven doden verwijderen.

Je voelt het aankomen. Vanuit deze fase werd ik met een klap in de realiteit gebracht.

Ik besloot nog even te gaan douchen, want deze warmte gaat je niet in de koude kleren zitten (goede woorspeling hè, nou). Ik hing mijn kleren op in de douche, toen ik per ongeluk iets liet vallen in een hoekje. En toen gebeurde het. Er ratelde iets naar boven waarvan ik de grootte en vorm nog niet eerder aanschouwd had. Ik krijg nu ik dit typ weer kippenvel. Het was Een Spin. Op een randje bleef hij me zitten aanstaren. Na een aantal minuten bevroren stil te staan, heb ik getest of hij reageerde op geluid. Dat deed hij niet. Ik durfde naar de wc, alert op elke beweging van zijn kant. In ijzige stilte heb ik mijn kleren gepakt, de deur uitgestapt, het licht uitgedaan. Zulke reuzen moet je bevechten als het dag is.

Sindsdien ben ik enorm gegroeid. Ik ontdekte een zo mogelijk nog groter exemplaar in mijn slaapkamer. Uitroeipogingen werkten niet, dus heb ik mijn klamboe-mantra herhaald en zelfs nog in die kamer geslapen! Een ander spinnenmonster, dat echt, écht, heel groot was, heb ik eerst gefotografeerd, vervolgens aan mijn zussen gestuurd voor medeleven en daarop ben ik even in een andere ruimte gaan zitten. Inmiddels heb ik geobserveerd dat alles hier heel groot is: torren, vlinders, hommels, kakkerlakken… Leuk, maar grote insecten zijn zeg maar echt niet mijn ding.

Vanuit al deze ellende heb ik een effectief verdedigingsmechanisme aangeleerd: ik neem even afstand, doe het licht aan en staar naar het beest. Als ik dan de acceptatiefase heb bereikt, doe ik op mijn qui vive wat ik moet doen, ondertussen mijn ogen op het beest, en loop vervolgens beheerst weg. Om elke insectenhater een hart onder de riem te steken: als ik het kan, kan jij het ook!

Niet eng, maar wel in grote getale aanwezig zijn de mieren. In werkelijk álle formaten. Laat je wat etensresten liggen, dan is er in no time een spoor gevormd, een soort vierbaanse snelweg die alle kleine beestjes effectief vervoert naar de voedingsbron. Het makkelijke is dat je alleen maar die route hoeft weg te vegen om gelijk van het hele volk af te zijn. As simple as that.

Tot slot nog iets dat ik van mij af moet schrijven om te verwerken. Op de scooter zag ik langs de weg een hond hinken. Honden met drie poten hebben we vaker gezien, dus dat kon ik aan. Maar het viel me op dat op de plek van de ontbrekende poot iets hing, dat op een soort balletje met touwtjes leek. ‘Wat grappig,’ dacht ik nog, onwetend, ‘de mensen hebben iets aan het stompje gehangen,’ en ik bekeek het al rijdend iets beter. Niet dus. Het was een openliggend stuk poot, waar het voetje nog aan hing, maar de pezen of het bot in losse strengen erbij hingen. Ik weet niet of je dit wilt lezen en of ik het enigszins begrijpelijk beschrijf, maar elke keer als ik op de scooter stap, word ik weer even misselijk. Maar: ik ben niet afgestapt om het dier te adopteren of een dure operatie te beloven en heb me nog niet aangemeld als vrijwilliger bij een animal shelter. Jullie kunnen dus trots op me zijn.

Tot de volgende keer!

16 gedachtes over “Beestjes

  1. Als ik verdrietig ben, lees ik in het vervolg gewoon deze zin van jou: ‘wat grappig’ dacht ik onwetend nog, ‘mensen hebben iets aan het stompje gehangen’. Dan moet ik alsnog huilen, maar dan van het lachen. 😂

  2. Benno, ik viel eigenlijk het meest achterover van de zin: ik wilde in de keuken iets afwassen hahaha 🙂 maar heb van de rest van je verhaal genoten :-*

  3. Wat een heerlijk verhaal Bente! Ik lees het nu bij mijn ontbijt, dat gaat erin als koek!
    Het lijkt bijna of je een therapeutische reis maakt, om van al je angsten af te komen. 😉
    XXC

  4. Hahaha ik ga helemaal stuk om je verhaal ben! En heerlijk bemoedigend, dat je ook in het verre buitenland kunt zitten mét spinnenangst! 🙂

  5. Geniaal hoe jij je belevenissen opschrijft! Een waar talent, ik zou er een boek van maken. En echt respect dat je in 1 kamer durft te slapen met De Spin! Haha.
    Ik wil je nog een kaartje sturen! Heb je een adres?

    See you!!

    XX Lisette

    • Hi nicht! haha dankjewel 🙂 Ik probeerde je FB berichtje te beantwoorden, maar mijn computer deed moeilijk!! Ik heb een beetje problemen met het adres want mensen hebben al dingen opgestuurd die niet aankwamen, dus ik ga er even achteraan… see you!! liefs

  6. Volgens mij kun je ter aanvulling op dit verhaal nog een hoofdstuk schrijven over de Flores fauna? BAM! (Tegen een lamp) ‘Was dat een vleermuis? Oh nee, een heule grote tor met vleugels!’ Brrrrr

  7. Ha Bent,
    Dankzij jouw goede adviezen kijk ik nu heel anders naar alle problemen in m’n leven:-). De acceptatiefase, daar ga ik ook mee aan de slag! En dan “Als ik het kan kan jij het ook”, kijk, dat is nog ‘es positief denken. Ik kannie wachten op het vervolg!

    liefs, Mieke

Geef een reactie op Marga Reactie annuleren