De dagen na Lombok, 8-10 augustus, was het hele Rockster-avontuur, en op 10 augustus ben ik dus van Klungkung naar Denpasar vertrokken. ’s Ochtends 11 augustus met het vliegtuig, waar ik vooral heb geslapen zoals de rest van de passagiers, en daar was ik: Jakarta!
Aangekomen ben ik weer eens met mijn niet-zo-goed-nee-zeggende hoofd in een taxichauffeur getrapt die me iets te veel liet betalen voor zijn vervoer, maar goed, ik zat koel en in een voertuig, dus dat was dat. Koel was trouwens de rest van de trip: nergens deze maanden heb ik het zo koud gehad als daar! De taxichauffeur bleef maar niezen (waarop ik voorstelde de airco lager te zetten, maar daar was geen sprake van). De airco staat gelijk echt koud, overal waar je komt.
Het hoofddoel van de trip was studeren in het nationaal archief, Arsip Nasional Republik Indonesia. Daarnaast heb ik afgesproken met mensen die ik kende daar. Ik zou in eerste instantie verblijven bij een Frans instituut echt vlakbij het archief, dat een gastenkamer had, maar die was helaas vol. De Belgische vrouw met wie ik contact had, nodigde me toen uit bij haar thuis, dus dat was natuurlijk ontzettend aardig! Het was heel fijn om weer even in een gewoon huis bij iemand te logeren, en ook erg gezellig. Aangekomen bij het instituut, het EFEO, waar ik haar huissleutel op zou halen, werd ik heel hartelijk ontvangen en gelijk uitgenodigd voor de lunch. Daar ontdekte ik dat de directeur van het instituut Nederlands was en aan de Universiteit Leiden had gewerkt. Al gauw kwam ik erachter dat het een echt Leids netwerk was, want ook Veronique mijn gastvrouw heeft jaren in Leiden gewerkt. Eigenlijk had ik een beetje een Leidse week in Jakarta!
Grappig aan het archief is dat je de tijd in de gaten moet houden. Het gaat om half 4 dicht. Stukken kan je tot half 2 o.i.d. aanvragen, maar als je tijdens de lunch aanvraagt, tussen 12 en 1, moet je het eigenlijk daarna nog een keer doen. Als je iets ’s middags aanvraagt, komt het vaak pas de dag erna. Het komt er op neer dat je moet zorgen dat je je aanvragen voor 11 uur hebt gedaan, wil je kans hebben het nog dezelfde dag in te zien. Gelukkig had ik dit allemaal van tevoren gehoord en ging het dus vrij soepel!
Bij het EFEO heb ik daarnaast letterlijk met mijn mond open gezeten van verbazing over de talen: het instituut is Frans, dus alle medewerkers spreken Frans. Echter, omdat ik en nog een Italiaanse man te gast waren, werd er Engels gesproken tijdens de lunch. Af en toe verviel men in Indonesisch, om dan in dezelfde zin over te schakelen in het Frans, om vervolgens mij iets uit te leggen in Engels of te verduidelijken of vragen in het Nederlands. Kortom: een linguïstisch schouwspel!
Ik besloot eerst gelijk me aan te melden in het archief en mijn bundel aan te vragen, zodat ik de volgende dag de hele dag daaraan kon werken. Het archief viel me alles mee, ik had veel horrorverhalen gehoord, en gelukkig werd ik toegelaten tot de studiezaal (daar moet je soms speciaal toestemming voor hebben, gelukkig had ik een brief van de professor). Ik begon mijn bezoek echter in de nationalistische tentoonstelling die is opgesteld in het archief, erg interessant om de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog vanuit Indonesisch, en erg nationalistisch, perspectief te zien! In de studiezaal kwam ik iemand tegen die ik ook had gezien op de conferentie, dus dat was weer een leuke connectie. Hij had overigens ook in Leiden gestudeerd, maar had daarna in Utrecht gewerkt, dus het valt nog mee 😉
Uit het archief gekomen, heette Jakarta mij hartelijk welkom met stromende regen! Het regende zo hard, en nadat ik eindelijk het aan had gedurfd terug naar het EFEO te rennen, was er een change of plans. Ik zou met de bus naar Veroniques huis gaan, maar zo werd mij verteld, dat zou met de regen in de traffic jam zo’n 2 uur kunnen duren, wat normaal een kwartiertje duurt! Daarom zou iemand mij van het instituut mij wel op de scooter kunnen brengen, als ik dat aandurfde. Ik vond dit wel een leuk avontuur (had ik al verteld dat ik geen jas of poncho bij me had?) en zo belandde ik achter op een scooter met backpack op en laptop op schoot. Als oplossing kreeg ik de achterkant van de regencape over mij heen en dat was eigenlijk wel genoeg om ons de hele weg te laten giechelen, naast dat ik niks kon zien en anticiperen op de weg dus geen optie was, wat hilarisch werd toen we een steile heuvel op reden. Aangekomen bij het huis was ik mijn chauffeur wel enorm dankbaar, want we waren toch wel kletsnat, maar supersnel door het verkeer gekomen. De mensen bij het EFEO waren enorm aardig en behulpzaam, dat zal ik niet gauw vergeten!
Na even opgewarmd en opgedroogd te zijn, was het tijd voor plan 2: ik zou met een student die ik in Yogya had ontmoet en in – jawel- Leiden heeft gestudeerd en gaat studeren, gaan eten. Ook dit stuurde de regen bijna in de soep, maar uiteindelijk kwamen we allebei aan in de mall! Het was gelijk mijn eerste mall in Jakarta, en was ik in Lombok verbaasd over de mall: Mataram mall is niks vergeleken bij zijn vele grote broers in Jakarta! Inwoners van Jakarta (Jakarta’s? Jakartanen? Jarkata-ers?) besteden hun vrije tijd naar het schijnt vooral aan shoppen en eten, en laat dat nu juist precies zijn wat je in een mall kunt doen! Het was heel gezellig en ik heb gelijk wat voedsel geproefd dat blijkbaar hét lievelingseten is in Java/Jakarta, én geleerd dat je bakmi dus uitspreekt als bami, of dat je bami eigenlijk schreeft als bakmi…
Terug naar het huis van Veronique, waar ik eindelijk kennis met haar maakte, en ik heerlijk genoot van een lekker bed en warme douche. De volgende dag was alle regen voorbij, en ging ik voor het eerst met het lijnbusje naar het archief! Een leuke belevenis en aangekomen in het archief kon ik eindelijk aan de slag met mijn bundel. Ik zal niet al teveel daarover uitweiden, maar laat ik het zo zeggen dat de uren in het archief drie dagen lang historische euforie waren!
Dinsdagavond had ik afgesproken met Marleen, een studiegenoot uit wederom Leiden die in Jakarta stageloopt. Ik ben toen deels met het OV gegaan, wat ik best stoer vond! In Jakarta zijn er ook Ojeks, dat zijn een soort riksja’s maar dan met een scooter erin. We gingen eten in het oude deel van de stad, in een prachtig opgeknapt oud pakhuis ‘Café Batavia’. Het was heel gezellig, we hebben honderduit gekletst, ervaringen gedeeld en geschiedenisverhalen uitgewisseld (we vergaten telkens te bestellen waarna de bediening het geloof ik maar opgaf) en na afloop nog wat rondgelopen in de oude stad, waar het heel druk was vanwege een soort straatfestival. Het voelde echt een beetje als zomervakantie, vonden we allebei.
De volgende dag was wederom archiefdag, dit keer lunch bij het EFEO, en ’s avonds ben ik naar het Erasmushuis gegaan. Dit is door de Nederlandse ambassade opgericht en stimuleert Nederlandse cultuur, maar ook gewoon cultuur in Jakarta. Marleen loopt o.a. hierbij stage, dus gingen we naar een boekpresentatie en documentaire, waarna echter bleek dat alles in het Bahasa Indonesia was. Na een half uur hebben we, zoals Marleen op haar blog schreef, ‘de moed verzameld om weg te gaan’ en zijn we naar een mall geweest met hele leuke winkels, waar we bij een echte diner burger en milkshake hebben gegeten. Deze mall overtrof weer eens de vorige, en ik blijf me echt verbazen over de enorme malls en hoe dicht ze bij elkaar staan! Na het eten zouden we nog naar Cloud gaan, een bar bovenin een mall met een mooi uitzicht over de stad! Ik had wel op iets moois gerekend, maar dit was echt zo fancy, inclusief privéliften en geheimachtige ingangen, dat het weer een hele belevenis en nieuwe kant van Jakarta was. We voelden ons niet helemaal ertussen passen met nog onze plastic tasjes met boodschappen, en dus hebben we van het uitzicht en een colaatje genoten en zijn toen weer vertrokken. Maar toch leuk! Afscheid van Marleen genomen en me opgemaakt voor het laatste dagje Jakarta!
Ik zou eigenlijk sightseeing gaan doen, maar wilde toch nog meer doen in het archief en dus heb ik de laatste dag nog even doorgebuffeld tot ik naar het vliegveld ben geraced met dank aan de goede zorgen van Veronique en het EFEO!
Mijn dagen in Jakarta waren super vol gepland, naast dat ik telkens warmte en kou doorstond door de airco’s en mijn maag niet in opperbeste staat was (ik verdenk de Lombok-pepers). Teruggekomen uit Jakarta voelde ik me dan ook niet zo goed en erg moe, en ik ben voor de zekerheid naar de dokter gegaan. Gelukkig was er niets ernstigs aan de hand en met wat probiotica en veel drinken zou het algauw beter moeten gaan, wat gelukkig tegen maandag ook wel zo was, alleen werd ik toen heel erg verkouden! Een gekke ervaring in een warm land, maar uiteindelijk ging ook dat weer over!
Geen honden ontmoet dit keer 😉 , leuk weer om te lezen!
Ook weer leuk om te lezen! Bente wat kun je toch leuk schrijven!
XXCecilia