Lieve allemaal,
Vanavond vlieg ik terug naar Nederland! (3u ’s middags Nederlandse tijd) Zaterdag 30 augustus zet ik voet op een, geloof ik, heel koude Nederlandse bodem. Dan is mijn stage, mijn Bali verblijf en de zomer voorbij (tijd voor dat programma met Jan Smit en de 3J’S!). Maarrr daarom eerst: nog een aantal verhalen die ik snel met jullie ga delen! Misschien dat ik ook nog na terugkomst wat dingen schrijf, een aantal grappige dingen die me nog te binnen schieten of een briljante cultuuranalyse? Zouden jullie dat nog lezen als ik weer lijfelijk in het land ben?
Misschien dat ik valsspeel, maar ik heb de blog over Jakarta en Lombok in tweeën geknipt.
Enfin, we schrijven 5 augustus en ik vertrok avec Bemo naar de haven voor mijn trip naar…
BRUCE LEE
In de Bemo naar PadangBai, waar de haven is, heb ik voor het eerst echt Indonesisch gekletst, omdat de chauffeur tidak wisa Bahasa Inggris, hij kon echt geen Engels. Goed voor mij dus! Ik haalde nog net de Ferry die nu wegging, want ze gaan elk uur, dus even later was ik aan boord en na even zoeken vond ik de passagiersruimte. De overtocht duurt zo’n 3 tot 4 uur. Er zijn ook snellere toeristenboten, maar die zijn ongeveer 10-20x zo duur als de ferry, en ik had wel de tijd om de ferry te nemen. Daarnaast: it’s the local way. Dat betekent dus: slapen. Overal waar Indonesiërs moeten wachten of lang moeten zitten, gaan ze slapen. Dus op deze boot waren naast stoelen ook matjes en open stukken waar je kon liggen. Met dank aan de reispil paste ik helemaal in de cultuur. Halverwege de tocht zette iemand tot mijn verbazing een Bruce Lee-film aan. Midden in de algemene ruimte. Ik vond het erg grappig en in een soort half-slapen-half-waken heb ik toch aardig wat van het leven van Bruce Lee mee gekregen. Ik dacht eigenlijk dat het een film met Bruce Lee was, maar toen ging het over zijn dood (nog steeds onduidelijke hoe hij overleed, vertelde Wikipedia mij) en bleek het eentje over Bruce Lee te zijn. De film was compleet met Soundtrack over Bruce Lee, en misschien vragen jullie je af waarom ik hier zo lang op inga: half slaperig na de boottocht was het enige wat ik heel de dag kon denken Bruce LEEEEEE, dus mijn herinnering van Lombok gaat gepaard met flarden van de film en soundtrack over Bruce Lee.
De Karangasem-connectie
Enfin, tijdens de toch ontmoette ik iemand die familie in Nederland had en mij een scooterlift aanbood naar Mataram, wat nog wel een eindje weg was van de haven. Was ik naïef of juist niet, het was heel fijn dat ik deze lift had, want achterop de scooter zag ik veel meer van het landschap, heel vlak in het midden van Lombok, -als Nederlander vond ik dat fantastisch- en anders had ik nog wel een tijdje moeten wachten op een taxi of bus! Uiteindelijk arriveerde ik in de avond bij mijn guesthouse, aangeraden door Lonely Planet, dat van een Balinese familie bleek te zijn. Later bleek het zelfs familie van de Karangasem-familie te zijn! Een erg grappig toeval. Door de Karangasem-Lombok connectie wonen er nog een best een aantal Balinezen op Lombok, vele generaties of nog niet zo lang. Doordat cultuur en religie zo samengaan voor Bali, zijn die vaak Hinduïstisch en kun je hun huizen en tempels dus goed herkennen. Voor mij was het een soort vertrouwd als ik Balinese dingen herkende op Lombok. Lombok is namelijk erg islamitisch, en vol met prachtig gekleurde en nieuwe moskees. Ik had dat nog niet echt zo ervaren natuurlijk, dus het was echte even een cultuurshock!
Ik was op Lombok om wat van de oude Karangasem-bezittingen te bezoeken, zo zijn er nog enkele grote Hindu-tempels, nog steeds in gebruik, en overblijfselen van de Puri en Waterpaleizen (net als in Karangasem!) van de raja’s van Lombok. Na de oorlog op Lombok van 1895 is veel verwoest, maar er zijn nog steeds delen over en sommige zijn zelfs heel mooi hersteld!
In de guesthouse waren nog 3 andere gasten, een Duitse jongen en een Canadees stel, echte hippies. Het was leuk om even in de reizigerswereld te zijn en we besloten met zijn vieren te gaan eten bij een vage eettent, gezellig!
Verder had het guesthouse een fijne binnentuin, gitaren en honden, dus ik heb daar lekker gerelaxed naast mijn avonturen. De volgende dag ben ik bij een grote bakker gaan ontbijten, het systeem was een soort snoepscheppen maar dan met allerlei soorten zoete en hartige broodjes. Lekker!
Puri (paleis) en Pura (tempel)
Daarna begon de bezoektocht. De puri en de tempels op Lombok leken een stuk groter of wijdser dan die in Karangasem, wat wel bevestigt dat Lombok een heel groot en rijk koninkrijk was. In de tempel en wat over is van het paleis heb ik vooral rondgelopen en foto’s gemaakt, en veel mer was er niet te doen. Halverwege de dag kreeg ik een mail via Rodney van iemand die heel veel onderzoek had gedaan op naar de raja van Lombok en dus een aantal goede tips had om te bezoeken. Daarom wijzigde ik de plannen en ging een tempel ten zuiden van Mataram-Cakranegara (waar de Puri etc. was) bezoeken. Hiervoor had ik een scootertaxi geregeld, met een chauffeur die zo mogelijk de langzaamste van heel Indonesië is. Of hij het voor mij deed weet ik niet, maar op de snelweg reden we 30 midden op de weg, en dat vond ik eigenlijk nog enger en vooral wederom hilarisch.
Pura Sengkong was een tempel op een bergje, dat heel gek in z’n eentje middenin een vlakte stond. Het was er verlaten, op wat aapjes en bewakers na, en in ongeveer een kwartiertje klommen we naar boven. ‘We’, want de chauffeur besloot mee naar boven te klimmen ondertussen verhalen vertellend die ik niet begreep, maar wat ik wel sympathiek vond. De tempel bovenop was klein en het was een uitdagende klim na de eerste traptreden, maar het uitzicht was prachtig! Blijkbaar had deze tempel een belangrijke rol gespeeld bij de overwinning van Lombok door Karangasem een aantal eeuwen geleden. Zo zag ik gelijk ook wat van het platteland van Lombok. Lombok’s grootste toeristenbestemmingen zijn Sengigi in het noorden, de berg Rinjani in het noorden, Kuta in het zuiden, en de Gili-eilanden ten noordoosten van Lombok. Mataram-Cakranegara-Ampenan, de grootste stedelijke conglomeratie (dat woord!) zijn voornamelijk de plek waar toeristen zijn om hun visum te verlengen. Ik zat voornamelijk daar omdat daar de meeste overblijfselen zijn van de koninklijke familie. Naar beneden van Pengsong kwam ik tot mijn verbazing nog twee toeristen tegen: Nederlanders! Hoe kan het ook anders.
Na deze tocht ging ik even op adem komen in de guesthouse, waarna ik de taxi nam naar het officiele museum van Lombok. Ik oefende mijn Bahasa Indonesia met de taxichauffeur die vervolgens Nederlands wilde leren, waarna waar wil je naartoe en hoe gaat het hem bijna tot tranen toe deden lachen en hij het telkens herhaalde en herhaalde en het uiteindelijk onthield.
Het museum was erg klein, maar erg nieuw en daarom wel erg mooi! Hoewel de opzet ouderwets was, was het in zekere zin ook nog informatief, dus dat was interessant mijn stage. Zowel inhoudelijk als qua hoe een museum in Indonesië kan zijn. Uit het museum wilde ik graag naar Ampenan, de haven waar naar het shijnt ook nog oude Nederlandse gebouwen zouden staan. De boulevard was mooi en het was leuk om aan zee te zijn, maar echte Nederlandse gebouwen heb ik niet gezien. Naast dat het onderhoud vaak slecht is, is er ook kans dat de gebouwen gewoon in gebruik zijn en dus niet herkenbaar!
Het werd al wat meer avond en voor het eerst voelde ik me niet echt veilig in de haven, dus toen ben ik gauw weer teruggegaan naar het guesthouse. Daar aangekomen waren er ook twee Nederlandse meisjes gearriveerd, dus het was leuk om te kletsen en ervaringen te delen. Zij hadden net een trektocht op de Rinjani achter de rug en waren dus helemaal kapot, maar we zijn nog wel met zijn drieën gaan eten.
De volgende dag had ik eigenlijk gepland weer terug te gaan, maar ik besloot nog een dag te blijven zodat ik de tempels en waterpaleizen ten oosten van Mataram kon bezoeken. Pura Lingsar is een grote tempel voor zowel hinduïsme en de traditionele, specifieke Lombok-islam: een interessante combinatie. Wederom was het erg rustig, maar interessant om te zien. Ik liep een gebouw in waarvan ik twijfelde of dat de bedoeling was, en tot mijn verbazing zag ik de drie foto’s die ook in Karangasem hangen, van Nederlanders, Gede Jelantik en de Lombok expeditie. Ik snap nog steeds niet hoe en waarom, maar ik ben van plan dit mysterie nog verder uit te gaan zoeken. Hierna reed ik verder naar Narmada, een groot waterpaleis dat nog steeds in gebruik is als recreatiepark met zwembad en dus waren er heel veel Lombokse dagjesmensen, waardoor ik weer een aantal keer met hen op de foto mocht. Ook zag ik een stelletje dat stiekem elkaars handen vasthield, maar doordat ik langskwam durfden ze dat niet meer, en nu ben ik bang dat ik hun relatie heb verpest.
Hierna bracht ik een bezoek aan Mataram-Mall, waarbij na de dagen in Lombok en Karangasem mijn mond letterlijk openviel bij de aanblik van een grote, mooie, schone supermarkt met zoveel producten dat ik er even verdwaalde. En ik was best even gelukkig ook haha.
Terug met de taxi besloot ik het laatste nachtje te upgraden en in een iets luxer verblijf met warme douche te gaan slapen. ’s Avonds at ik bij een lokale warung, waar de man mij verzekerde dat het echt not so spicy was, maar Lombok heet niet voor niets naar pepers (of de pepers heten naar Lombok): het was echt wel spicy! Uberhaupt is het eten op Lombok dus echt nog een tikkeltje pittiger dan Bali.
De volgende dag weer terug naar de boot, dit keer geen Bruce Lee film, en aangekomen na heel lang zoeken eindelijk vervoer gevonden naar Amlapura. Ik was weer ‘thuis’!
Dat leest weer lekker weg Bente, zo bij mijn ontbijt!
En ik heb je vorige blog nog niet eens gelezen, dat ga ik later nog doen.
Ik wens je nog een hele fijne laatste dag op Bali en een goeie terugreis naar Nederland.
Enne… het valt mee hoor met de kou, vandaag wordt het in Utrecht toch maar weer 22 graden!
De zomer is terug in Nederland, die heeft op jou gewacht 😉
Liefs en tot gauw, Cecilia