Jawel! Een lesje geschiedenis!

Dag allemaal,

Er is sinds ik laatst schreef weer veel gebeurd, maar voordat ik dat allemaal kan vertellen, wil ik eerst uitleggen waar ik precies mee bezig ben. En daarvoor moet ik eigenlijk eerst iets van de geschiedenis van Bali en Karangasem, waar ik nu zit, toelichten. Het is voor mij gelijk een test of ik dit begrijpelijk kan, dus als het onduidelijk is, stel vooral vragen in de ‘opmerkingen’ hieronder!

Het is een beetje een longread geworden. Wil je de kortere versie, skip dan naar de eerste *** of als je nog minder wilt lezen naar de tweede ***.

Bali en de acht radja’s
Bali is een eiland in de Indonesische Archipel, en daarmee sinds 1949 een onderdeel van de republiek Indonesië. In de zestiende eeuw stortte het grote hindoeïstische Majapahit hof op Java (het eiland links naast Bali) in, week uit naar Bali  en richtte in het gebied dat nu Klungkung heet een soort mini-Majapahit in. Hiermee was het hindoeïsme op Bali gevestigd, tegenwoordig is het nog het enige eiland in de archipel dat Hindoeïstisch is. De oorspronkelijke bewoners van Bali vereerden natuurgoden, die vermengd raakten met het hindoeïsme van de invallers, en daarom is Balinees hindoeïsme heel anders dan Indiaas Hindoeïsme! Door het verband met Hindoeïsme hadden vorsten op Bali ook een belangrijke spirituele en charismatische functie.

Bali viel uiteindelijk uiteen in acht koninkrijken, waarvan Karangasem er één was. Deze koninkrijkjes waren altijd bezig met elkaar te bevechten. De koningen (of Radja’s) van Karangasem hadden in de loop van de eeuwen ook nog Lombok (het eiland rechts naast Bali) veroverd en waren zo een belangrijke speler in de machtsstrijd op Bali.

Om het nog gecompliceerder te maken, was er nog een speler in deze oorlogen: de Nederlandse kolonisten. Zij zaten vooral op Java, maar waren wel altijd bezig met handelscontacten verder in de archipel. Bali vonden ze niet interessant genoeg om te veroveren, onder andere omdat ze niet verwikkeld wilden raken in de machtsstrijd tussen de koningen op Bali.

De Nederlanders
Daar kwam verandering in, toen de Engelsman Raffles, de stichter van Singapore, wél interesse toonde in Bali. Naast dat de Nederlanders bang werden dat Engeland haar gebied zou vergroten, en hé, kolonialisme was wel een prestigezaakje, betekende de handel tussen Bali en Singapore ook concurrentie. Lombok had daarbij wél interessante mogelijkheden tot bijvoorbeeld koffieplantages, en zoals we weten, Lombok werd, via een neef, geregeerd door de koning van Karangasem.

Dit alles leidde tot verschillende contracten tussen de koningen van Bali en de Nederlanders uit Batavia, op Java. (Waar dat schip in Lelystad naar heet, tegenwoordig heet de stad Jakarta) De Balinezen zagen de Nederlanders als een potentiële bondgenoot in hun machtsspel, terwijl de Nederlanders de bekende tactiek van ‘verdeel en heers’ uitprobeerden. Sommige vorsten moesten echter hun op knieën worden gedwongen, zoals de vorst van Karangasem. En wie zag er wel wat in om de Nederlanders te helpen? Zijn neef en vazal, de koning van Lombok.

Als dank voor zijn hulp en als vriendschapsgeschenk stellen de Nederlanders, die toch nog steeds niet zoveel met Bali konden, de koning van Lombok als bestuurder van Karangasem aan. Als plaatsvervangend bestuurder, stelde de vorst van Lombok hierop weer drie familieleden aan, waarvan één I Gusti Gede Jelantik heet.

****

Fast forward, de oorlogvoering tussen de Balinese vorsten gaat door, en de Nederlanders springen dan weer in, dan weer niet, terwijl ze zich eigenlijk helemaal niet bezig willen houden met Bali en de oorlogsvoering daar. Ze willen Lombok. Maar de vorst van Lombok werkt niet genoeg mee naar hun zin, en veroorzaakt ook nog onrust door rebellie van zijn Islamitische onderdanen. In de zogenoemde Lombok-expeditie, 1894-5, gaan de Nederlanders de strijd aan met de radja van Lombok, in een coalitie met Balinese vorsten, die altijd wel in zijn voor een oorlog. Eén van die vorsten is de inmiddels alleen overgebleven bestuurder van Karangasem en neef van de koning van Lombok, Gusti Gede Jelantik. Hij vecht niet direct mee, maar is een soort onderhandelaar tussen de onderdanen van Lombok, de vorst van Lombok en de Nederlanders.

Stedehouder Jelantik
Op een dag vraagt Gede Jelantik toestemming om te vertrekken: hij wil zich terugtrekken uit de oorlog. Dit wordt hem in eerste instantie gegeven, maar vlak daarna wordt het Nederlandse kamp in een hinderlaag overvallen. De Nederlanders zijn woest, en er is intern veel discussie: is Gede Jelantik een verrader, omdat hij ongetwijfeld wist van deze aanslag en niets heeft gezegd, of moet hij worden gezien als bondgenoot, omdat hij niet meedeed aan de aanval? Hoe dan ook, zelfs in de Nederlandse kranten (bijvoorbeeld de Leeuwarder Courant!) werd er over Gede Jelantik geschreven. Zelf denk ik dat het een strategische zet van hem was, omdat hij door beide kanten uiteindelijk niet als verrader kon worden gezien.

In de oorlog die volgt, wordt de vorst van Lombok verpletterend verslagen en in ballingschap gestuurd.  De Nederlanders gaan Lombok direct besturen, maar daarmee valt Karangasem ook onder hun bestuur. Ze willen alleen nog steeds niet Bali helemaal incorporeren, en daar komt Gede Jelantik weer om de hoek kijken: hoewel hij nog steeds gewantrouwd wordt, besluit men toch om hem maar weer aan te stellen als bestuurder over Karangasem. Daarvoor bedenken ze een positie die nog nooit in het koloniaal gebied was voorgekomen: Stedehouder (of stadhouderzoals de Oranjes ooit). Dit betekent letterlijk ‘plaatsvervanger’, en de functie van Jelantik was dan ook onafhankelijker dan die van andere vorsten in Nederlands-Indië, die we meestal regenten noemen.

Nu, over deze stedehouder is nog veel meer te schrijven (feitelijk gezien heb ik er namelijk een heel werkstuk over geschreven), maar het komt er in het kort op neer, dat de Nederlanders tijdens zijn bewind vrijwel alle vorsten van Bali onderwierpen. Sommige door diplomatie, anderen door bloedige oorlogen, maar geen één bleef er zo zelfstandig als de Stedehouder van Karangasem. In 1908 wordt heel Bali direct bestuurd, behalve Karangasem. Volgens mij heeft dit vooral te maken met de tactiek van Gede Jelantik, en omdat de Nederlanders hem een capabel persoon vonden, die zijn gebied onder controle had.

Opvolger en oorlog
In 1910 treedt Jelantik af en volgt zijn geadopteerde zoon, en neef, Bagus Jelantik, hem op. De oom kan zijn opvolger nog tot 1916 begeleiden, als hij overlijdt. De neef houdt zich ook goed staande, en blijft stedehouder heten, als enige, maar de Nederlanders krijgen wel steeds meer invloed in heel het koloniaal gebied. De reactie hierop is het groeiende nationalisme in de koloniën en de roep om zelfstandigheid. In 1929 krijgt Karangasem als eerste weer zelfbestuur, en mag de stedehouder zich weer radja gaan noemen. De andere vorsten volgen in 1938. Dit was ook de periode dat het oorlogszuchtige Bali bekend kwam te staan als ‘het laatste stukje paradijs op aarde’ en het een toeristische bestemming werd.

Tijdens de tweede wereldoorlog werd Bali bezet door de Japanners. Daarna kwamen de Nederlanders hun gebied weer opeisen. De radja’s vochten soms mee met de Nederlanders, of soms voor zichzelf, maar in ieder geval altijd tegen de revolutionairen die een onafhankelijk Indonesië wilden. Dit zou namelijk betekenen dat ze hun macht kwijtraakten, en was daarom vooral een poging hun eigen positie te beschermen. Helaas betekende dit dat toen de Republiek Indonesië werd gesticht, veel vorsten werden gezien als verraders. Tijdens het tekenen van de vredesverdragen moest Bagus Jelantik daarom beloven zich voortaan buiten politiek te houden. Dit deed hij en hij richtte zich vooral op kunst en architectuur, waarna hij in 1966 overleed. Zijn functie kon hij niet overdragen, en de familie was haar politieke invloed kwijt, maar het hoofd van de familie heeft nog altijd een ceremoniële functie en de familie blijft van een hoge Kaste in het Kastensysteem van Bali.

***

Dus: het project!

De laatste twee radja’s of stedehouders lieten een paleis bouwen en verbouwen, dat het Puri Agung (grote paleis) heet. Eén van de gebouwen heet ‘Maskerdam’, naar de hoofdstad van Nederland, waarmee zei zich dus verbonden voelden. Ze ontvingen geschenken van koningin Wilhelmina, bijvoorbeeld meubels die er nu nog staan, en schonken ook geschenken terug. Een deel daarvan is nog te vinden in paleis Noordeinde!

In dit paleis ben ik dus. En terwijl het in verval is geraakt, is het opgedeeld onder de zonen van de laatste radja of de tweede stedehouder, waarvan de nakomelingen hier nog altijd wonen of komen, hoewel een groot deel over de hele wereld verspreid is of in Denpasar woont. Om de rijke geschiedenis van Karangasem niet verloren te laten gaan, is er besloten een klein museum op te richten voor de bezoekers die nu al in het paleis komen. Dit zal vooral over de twee stedehouders gaan, maar ook over hoe Karangasem verbonden is met de geschiedenis van Bali, Lombok en het Nederlandse koloniale rijk.

En dat is dus mijn stage! Ik voeg informatie bij elkaar, maak van onder andere bovenstaande geschiedenis een tijdlijn en ga verschillende kamers inrichten met foto’s en informatieve teksten.  Een deel van mijn eigen werkstuk over de eerste stedehouder en de geschenken komt hier ook bij van pas, dus dat is superleuk. Er komen ook wat praktische zaken bij kijken; omdat het paleis gebouwd is op een soort moeras en er dus veel vocht is, wordt de informatie geprint op outdoormateriaal bij een speciale printer. Ik ga bijvoorbeeld met deze mensen overleggen over wat er geprint moet worden. Ik werk hier ook niet alleen aan: verschillende mensen uit de familie werken mee, Rodney werkt eraan, en de vader van Putri, dus nu familiehoofd, controleert of het grofweg klopt wat we opschrijven.

Ik vind het erg leuk om zo direct met de praktijk van geschiedenis te maken te hebben en er tussen te wonen! Voor mijn stage heb ik verschillende mensen bij bijvoorbeeld het Volkenkundig museum in Leiden en het Rijksmuseum benaderd voor informatie over hoe zoiets werkt, dus dat was erg leerzaam, en ook leuk om te merken hoe enthousiast deze mensen hierop reageerden.

Klaar met lezen? Laat maar weten of het nieuw voor je was of niet en vragen of opmerkingen zijn natuurlijk altijd welkom.

Hopelijk tot snel,

Bente

12 gedachtes over “Jawel! Een lesje geschiedenis!

  1. Bente, super leuk om dit allemaal te lezen. Echt heel interessant, het lijkt echt heel leuk om mee bezig te zijn. En je hebt het prachtig uitgelegd hoor! 🙂 We moeten snel maar eens skypen!
    Liefdeeee en veel plezier!

  2. Ha Bente,
    Heel leuk om te lezen, die geschiedenis, en wat leuk en interessant om op zo’n historische plek te wonen en met je stage bezig te zijn!
    XXCecilia

  3. Hai Bente, hartstikke leuk zo’n lesje geschiedenis op vrijdagavond! Interessant allemaal. Ik ben benieuwd naar je verdere avonturen daar! Liefs, Mieke

Plaats een reactie